Ribollita voor 4 personen

  • circa 10 flinke palmkoolbladeren
  • snuf chilipoeder
  • 4 tenen knoflook
  • 2 rode uien
  • 1 bol venkel
  • 2 flinke winterpenen
  • 3 stengels bleekselderij
  • blik cannellinibonen (of vantevoren 4 dl witte bonen zelf weken en koken)
  • blik gepelde tomaten
  • 1 liter groentebouillon
  • Parmezaanse kaas
  • 4 sneetjes oud brood

Bereiden

  1. Was de palmkool, snijd de bladeren fijn en kook zo’n vijf minuten. Giet de kool af en houd apart.
  2. Snijd knoflook fijn en ui, wortel, venkel en selderij in grote stukken.
  3. Verhit een scheutje olijfolie in een diepe pan met dikke bodem en fruit eerst de ui en vervolgens de rest van de gesneden groenten. Strooi er een snuf chilipoeder en naar smaak peper en zout overheen.
  4. Doe hier na een paar minuten de tomaten uit blik bij en maak ze met een pollepel een beetje kapot. Schep goed door elkaar en voeg de uitgelekte bonen en de groentebouillon toe. Breng het geheel aan de kook en zet het vuur laag. Doe de kool erbij en laat met de deksel op de pan een uurtje staan.
  5. Laat daarna afkoelen en maak de soep de volgende dag langzaam warm (ribollita betekent: opnieuw gekookt).
  6. Rooster de boterhammen en leg deze in de soepborden.
  7. Roer een beetje olijfolie door de ribollita en giet over het brood.
  8. Maak het af met een paar snippers Parmezaanse kaas.